from =
http://gdb.skynetblog.be/archive-week/2003-44
Of nee, de Teutonen bestaan nog niet. Die orde had ik in de kristallen bol van
Merlijn gezien. Voor de oude tovenaar heb ik speciaal een boomhut gebouwd, hier op een slingerworp vandaan. En nu bewaak ik hem en rijd in cirkels rond z’n hut. Of ik doe toch een poging. Het is hier zo dik bebost dat ik vaker niet dan wel m’n paard kan berijden. Misschien ben ik wel verdwaald.
Het moet hier ook niet ver vandaan zijn dat
Koning Arthur en ik de Wisigoten eens een poepje hebben laten ruiken. Op een uitgestrekte vlakte langs de Loire stond het fiere Britse leger tegenover een bende uitgemergelde en slecht getrainde barbaren. De Goten maakten geen schijn van een kans. In tegenstelling tot het zootje ongeregeld hadden wij goed getrainde boogschutters en hielden twee reservelegers achter de hand. Bovendien droeg ik een relikwie in een lederen zakje rond m’n nek, namelijk de knieschijf van Jezus Christus. Wij wonnen maar een makkie was het niet. Een gekke Goot beet de wijs- en middenvinger van
Percival af. De hertog van Wales werd een oor afgehakt en de heilige knieschijf ging in het strijdgewoel verloren. Misschien had ik de avond voordien geen feest voor de edelen en geestelijken moeten organiseren. Menig Brit zag al bleek rond de neus nog voor er één houw was uitgedeeld. Na de slag deden wij het bacchanaal nog eens over maar dit keer gingen wij volledig uit de bol. Ik zal niet verder over de zwijnenboel uitweiden want ergens voel ik mij schuldig voor de gebeurtenissen die volgden op de veldslag.
Na deze vermoeiende trip keerde het leger van
Arthur terug naar Brittannië. Daar stelde hij vast dat Mordred zich de troon had toegeëigend. Zodra
Arthur naar het vasteland was gereisd, hadden de Ieren vanuit het westen het rijk aangevallen. Voor veel geld kocht
Mordred de Angel Saksen om en hielpen zij de ridder van de ronde tafel
Arthurs rijk te verdedigen.
Mordred maakte het volk wijs dat Arthur hen in de steek had gelaten en dat hij veel beter geschikt was om hen te beschermen. Wat het hele zaakje echt deed stinken, was het feit dat
Mordred de bastaardzoon van Arthur was. Iedereen aan het hof wist dat
Arthur een relatie met de dame van het meer onderhield en dat zij geregeld gingen vossen in de bossen. Zelfs Guinevère was op de hoogte. Gelukkig had zij Lancelot, op wiens schouder zij kon uithuilen maar die een oogje op mij had.
Voor
Arthur was de maat vol. Hij daagde
Mordred uit. In een verpletterende veldslag kon Arthur zijn zoon doden, maar raakte hij zelf zwaar gewond. Het Brits leger was fel verzwakt en kon een aanval van de Pikten onder leiding van de sluwe Dunst MacErp niet meer afslaan. Voor Arthur in de klauwen van MacErp viel, gaf hij z’n zwaard
Excalibur in bewaring bij de dame van het meer. Ook
Merlijn wist te ontkomen. Nu woekert onkruid op de ronde tafel en de
Britten worden van alle kanten belaagd. Van de Pikten uit het noorden, van de Ieren uit het westen en dan heb je nog de
Scotten, die overal kunnen opduiken. En o ja, de
Ambrosius kliek heeft ook een paar leuke optrekjes in het zuiden van
Brittannië. Dat zijn donkerhuidigen die ijveren voor het herstel van het groot
Romeins rijk.
Zo gaat het eraan toe in de Middeleeuwen: het ene moment ben je een almachtig, ongenaakbaar man aan het hoofd van een koninkrijk en het andere moment bijt je in het stof.
Bookmarks